Primaat

De Tonkinlangoer

Deze elegante aap komt voor in bergachtige gebieden in Zuidoost-Azië en heeft een opvallend uiterlijk, door zijn glanzende zwarte vacht en expressieve gezichtskenmerken.

Een voorbeeld van de diversiteit van de Aziatische fauna en de noodzaak om zijn bosrijke leefgebieden te beschermen.

Een aap met een zijdezachte vacht

Samenlevend in groepen, onder leiding van een vrouw

Deze aap met een zijdezachte, zwarte vacht en als bijzonder kenmerk een witte band van haar die lijkt op lange snorharen, leeft in de karstheuvels van dit Aziatische gebied in groepen van gemiddeld twaalf individuen. Het zijn de vrouwtjes die de groep leiden en gezamenlijk voor de jongen zorgen.

Om zich te beschermen tegen roofdieren zoeken deze apen ’s nachts hun toevlucht in de vele grotten die door regen zijn uitgesleten in de kalksteenkliffen. Beneden strekken zich dichte bossen uit waar ze hun voedsel vinden: voornamelijk bladeren, knoppen, schors en wortels, die ze verwerken met hun complexe maag. D

eze maag bestaat uit een kamer waar kolonies bacteriën plantaardig materiaal afbreken, dat fijn is gemalen door de tanden en vermengd met speeksel. Een tweede kamer bevat zure maagsappen, vergelijkbaar met veel andere zoogdieren.

Vanwege de vernietiging van hun leefomgeving en de jacht ter bevordering van de traditionele Chinese geneeskunde, zijn er nog maar weinig individuen over in het wild, ongeveer 2.000.

De Tonkinglangoer wordt ook wel de François Langoer genoemd naar de Franse consul Auguste François (1857-1935) die van 1899 tot 1904 in Zuid-China was gestationeerd.