De wapiti

De wapiti is een van de grootste vertegenwoordigers van de hertenfamilie, na de eland. Met een schouderhoogte van 1,5 meter en mannetjes die gemiddeld 320 kg wegen, leven deze majestueuze herten in bossen, bosranden, bergen en halfwoestijnen, waar ze zich gemakkelijk aanpassen aan verschillende delen van de wereld: in de Verenigde Staten, Canada, Siberië, Mongolië, Mantsjoerije… tot het punt dat de wapiti wordt beschouwd als een invasieve soort in Chili, Argentinië, Ierland, enz… waar de mens hem ondoordacht heeft geïntroduceerd.

Goede zwemmer, goede renner, bestand tegen strenge winters dankzij een dikke vacht die hij in het voorjaar verliest, graast de wapiti op planten, bladeren en schors. De grote mannetjes kunnen geweien hebben van meer dan een meter breed met meerdere vertakkingen; geweien die ze elk jaar na de bronsttijd verliezen.

Het dominante mannetje verdedigt een kudde van ongeveer twintig vrouwtjes die elk jaar een jong krijgen, dat na twee maanden wordt gespeend. Als mythisch dier voor inheemse volkeren biedt de wapiti, naast zijn vlees en geweien, zijn huid die wordt gebruikt als leer voor kleding en om tipi’s te bedekken. Roofdieren zijn poema’s, wolven en beren in Amerika, en dholes, beren, Siberische tijgers en panters in Azië.