De witte tijger
Gebroken witte vacht en… blauwe ogen
De tijgersoort is onderverdeeld in 9 ondersoorten waarvan er 3 al uitgestorven zijn (de Kaspische, de Javaanse en de Balinese Tijger); de overige 6 zijn allemaal in grote mate met uitsterven bedreigd vanwege de jacht, de stroperij en de verdwijning van hun leefgebied. Van de 100.000 exemplaren in 1900 blijven er momenteel niet meer dan 3.500 over in het wild.
De Bengaalse tijger meet 2m50 tot 3m en weegt gemiddeld 225kg voor het mannetje en 135kg voor het vrouwtje. Hij jaagt op herten, wilde zwijnen en zelfs buffels. Hij ligt op de loer, vooral in de schemering, in een groot territorium – tot 100 km2 – van bossen, savannes en moerassen.
De vacht van de Bengaalse Tijger is normaal gezien oranje met zwarte strepen. Wegens een genetische mutatie (leucisme) hebben sommige exemplaren, die zeer zeldzaam zijn in de natuur, een witte vacht met zwarte of bruine strepen en blauwe ogen... ! De meeste witte tijgers komen dus uit dierentuinen waar deze mutatie in stand gehouden wordt door selectieve reproductie.
Twee witte tijgers
In de Tuin der Werelden leven twee witte tijgers. Het gaat om een broer (Mumbai) en een zus (Sanka).
Een "bedreigde" diersoort
- Naam: Witte tijger
- Latijnse naam: Panthera tigris mut
- Afkomst: India, Bangladesh, Nepal, Myanmar
- IUCN-status: Bedreigd
- Cites: Bijlage I