Reuzenmiereneter
Een solitair nachtdier
De morfologie van dit dier (dat meer dan 2 m lang kan worden en tot 40 kg kan wegen) is opmerkelijk aangepast in functie van zijn voedsel, dat uitsluitend uit mieren en termieten bestaat.
Het heeft zeer krachtige voorpoten met lange scherpe klauwen om nesten en termietenheuvels open te rijten en een lange buisvormige snuit van 30 cm die hij in de uitgegraven gaten steekt.
Hij steekt dan in een zeer snelle heen-en-weerbeweging (2 keer per seconde) zijn lange, dunne tong van 60 cm uit, bedekt met kleverig speeksel om insecten te vangen en ze non-stop door te slikken. Hij heeft geen maagzuur nodig om ze te verteren. Het mierenzuur dat zijn prooien bevatten vervangen dat. Hij heeft ook geen tanden nodig: de insecten worden eerst geplet tegen zijn gehemelte en vervolgens vermalen door de samentrekking van zijn maag.
De Reuzenmiereneter – ook bekend als “Mierenbeer” – is eerder een solitair nachtdier, behalve in de paartijd. Het vrouwtje werpt één enkel kleintje dat ze op haar rug draagt en dat zich vastklampt aan het lange stugge haar van haar vacht.
Drie Reuzenmiereneters
Eusebio, Inca en Milo wonen in Cambron Abbey, in Pairi Daiza.
Een « kwetsbare » diersoort
- Naam : Reuzenmiereneter
- Latijnse naam : Myrmecophaga tridactyla
- Oorsprong : Midden- en Zuid-Amerika
- IUCN-status : Kwetsbaar
- Cites : Appendix II