Aanwezig in het hele Australische continent

De strohalsibis is een vrij grote, 60 tot 75 cm lange vogel: zijn rug is zwart, op zijn vleugels heeft hij donkere, groen-blauw glanzende veren en zijn buik is wit. Hij heeft een lange hals die versierd is met stroachtige witte veren en heeft de typische snavel van een ibis: zwart, lang, dun en naar beneden gericht. Deze vogel leeft in drassige gebieden, ondiepe lagunes en vochtige of droge weiden. Mariene omgevingen, kusten en estuaria mijdt hij. De strohalsibis voedt zich in het moeras met kleine waterdiertjes: insecten, weekdieren en amfibieën. Op droog terrein is hij vooral verzot op sprinkhanen en aanverwanten. Dat maakt hem geliefd bij boeren, die als de dood zijn voor zwermen insecten die hun akker kaalvreten. Binnen min of meer grote kolonies bouwt het koppeltje een groot nest in de vorm van een brede kom, die drijft op een soort vlot van riet en dode planten; het mannetje en het wijfje broeden om beurten en zorgen nadien voor de kuikens. De strohalsibis is een veel voorkomende vogel die niet wordt.

Identiteitsfiche

  • Naam : Strohalsibis
  • Latijnse Naam : Threskiornis spinicollis
  • Afkomst : Australië, Nieuw-Guinea, Indonesië
  • IUCN Status : Niet Bedreigd
  • Cites : --