Zuid-Amerikaanse tapir

Deze grote herbivoor (van meer dan 250 kg), verwant met de familie van de paarden en neushoorns, leeft in bossen en moerasgebieden, want hij houdt vooral van water. Hij is dan ook een uitstekende zwemmer.

Hij heeft een soort van kleine slurf die dient om de vegetatie te grazen waarmee hij zich in grote hoeveelheid voedt. Vooral 's nachts, omdat hij liever rust tijdens de warme uren van de dag.

Zijn gezichtsvermogen is slecht, maar hij heeft een sterk ontwikkelde gehoor- en reukzin.

Zijn vijanden zijn katachtige roofdieren, vooral de jaguar... maar ook **de mens die op hem jaagt om zijn dik leder **, waarmee er onder andere stevige riemen en zwepen gemaakt worden.

Het vrouwtje, dat groter is, schenkt het leven aan één enkel kleintje, zelden aan twee, die ze gedurende een heel jaar zoogt. Er bestaat ook een Aziatische tapirsoort: de Maleise Tapir.