Papoea Jaarvogel

De Papoea Jaarvogel maakt deel uit van de religieuze en mythologische tradities van de lokale bevolking. Hun schedel, hun bek en staartveren worden van oudsher – en nog steeds – verwerkt in hoofdtooien, oorbellen en ornamenten.

In Papoea gebruiken de stamleden van de Dani en Asmat het bovenste deel van de snavel als “peniskoker”, koteka genoemd.

Houtsnijders van de Asmat stam in het zuiden van Nieuw-Guinea beelden de soort uit in hun beroemde «totems»: grote palen in éénn stuk uit boomstammen tot 7 meter hoog die men terugvindt in alle dorpen van deze regio.

Er is een duidelijk seksueel dimorfisme bij deze soort: het vrouwtje heeft een zwarte kop en hals, terwijl het mannetje groter is en zijn kop en hals bedekt zijn met rosse en gouden veren.

Wanneer deze jaarvogels in paren vliegen, boven het bladerdak, kan men hun roep en het ruisen van hun vleugels horen van op de grond.