Kalkoengier

Dit roofdier is een gier die in bijna alle Amerika’s leeft. Zijn verenkleed is bruin, met een rode kop, zonder veren, zoals gewoonlijk het geval is bij gieren, zodat hij zijn kop in karkassen kan steken zonder zijn veren vuil te maken. Hij heeft de grootte van een kalkoen, vandaar zijn naam.

De Kalkoengier vindt krengen door laag te vliegen maar vooral dankzij zijn reukzin (wat zeldzaam is bij vogels), waarmee hij de ontbindingsgassen van karkassen ontwaart, zelfs als ze verborgen zijn onder de boomkruinlaag van de bossen.

Zoals bij alle gieren neutraliseert zijn maag de gifstoffen van de krengen, maar hij eet geen karkassen in een te vergevorderde staat van ontbinding. Het is een vogel die ver kan vliegen en lang kan zweven zonder te klapwieken. Dit dankzij de opstijgende warme luchtstromen.

De Kalkoengier maakt geen nest van twijgen maar legt zijn eieren op de grond, op rotsachtige plekken of in boomholten. Als afweermiddel braken de ouders hun voedsel uit rond het nest, wat zo erg stinkt dat roofdieren op de vlucht slaan !

• Naam : Kalkoengier
• Latijnse naam : Parabuteo unicinctus
• Afkomst : De Amerika’s, van Canada tot Vuurland
• IUCN-status : Veilig
• Cites : --