Goudwanggibbon
De goudwanggibbon valt op door zijn armen en handen
Net als alle soorten gibbons valt de goudwanggibbon op door zijn armen en handen, die verhoudingsgewijs langer zijn dan zijn lichaam en benen.
Hij leeft in laag- en middelhoog gelegen oerbossen en verplaatst zich met een buitengewone behendigheid van tak naar tak in het gebladerte. Op de grond komt hij maar zelden.
De goudwanggibbon is overdag actief en voedt zich hoofdzakelijk met vruchten en jonge plantjes.
Het is een monogaam dier: samen met een wijfje en twee of drie jongen vormt hij een stabiele familiegroep, die heerst over een territorium van enkele vierkante kilometer. Na een lange, zeven maanden durende dracht, wordt er een jong geboren, dat door de moeder wordt gezoogd en door beide ouders wordt grootgebracht. Het jong blijft soms zes tot acht jaar bij zijn ouders alvorens hij de groep verlaat om zelf een gezin te stichten.
Bij de geboorte heeft deze aap een lichtgele vacht, die na enkele maanden zwart wordt. Alleen de wangen blijven geel. Als de wijfjes geslachtsrijp worden, wordt de vacht echter opnieuw gelig, met een kleine wenkbrauw van zwarte haren, die perfect past bij de kleur van de vacht van de toekomstige kleintjes.
Twee Goudwanggibbons
In de Chinese Tuin van Pairi Daiza kunnen jullie het mannetje Benjamin (« Benji ») en vrouwtje Okki observeren.
Een « bedreigde » diersoort
- Naam : Goudwanggibbon
- Latijnse naam : Nomascus gabriellae
- Oorsprong : Vietnam, Cambodja, Laos
- IUCN-status : Bedreigd
- Cites : Appendix I