Damhert

Het damhert komt oorspronkelijk uit het oosten van het Middellandse-Zeebekken (Turkije, Midden-Oosten, Griekenland, ...). In de loop der eeuwen werd het in heel Europa verspreid als gezelschapsdier. Het is immers een mooi hert, van gemiddelde grootte, met een schofthoogte van ongeveer 1,50 m. De mannetjes torsen een groot, plat gewei.

Het damhert leeft in gemengde loofbossen, op beboste weiden, vlaktes en in de lage bergen van Europa. Het is een planteneter die in de winter, als het voedsel schaarser is, ook eerder giftige planten kan eten, zoals klimop en maretak. Ook schors gaat er vlot in. Hij wordt 15 tot 25 jaar oud, al naar gelang de ruwheid van het klimaat dat er in zijn leefgebied heerst. De mannetjes leven celibatair in kleine groepjes. In de bronsttijd trekken ze een tijdje op met enkele vrouwtjes, die ze na enkele gevechten onderling verdelen. Na een dracht van acht maanden werpt het wijfje één en soms twee kalveren.

Het leder van het damhert is beroemd om zijn soepelheid en kwaliteit.