Zonneral

Als enig lid van de familie van de Eurypygidae is de Zonneral inderdaad een unieke vogel.

Niet zozeer om zijn uiterlijk, half-ral en half-reiger, noch om zijn manier van vissen, hij loert onbeweeglijk naar zijn waterprooien om ze met zijn lange dunne snavel te vangen met een plotselinge nekbeweging.

Maar eerder om zijn prachtige verenkleed, in bruin en grijs, met zwarte en witte vlekken (dat een uitstekende camouflage vormt) en vooral om de spectaculaire manier waarop hij zich verdedigd: in de aanwezigheid van een concurrent of vijand slaat de Zonneral plots zijn twee grote afgeronde vleugels open, zet ze op tegenover de indringer en toont hem zo de tekening van zijn verenkleed.

Deze tekening bestaat uit twee grote halfronde kastanjebruine vlekken, geaccentueerd met zwart en een beetje wit, die “ocellen” (ogen) worden genoemd.

Door zijn vleugels zo op te zetten is het alsof de Zonneral twee enorme ogen onthult, wat verondersteld wordt de vijand af te schrikken en te doen vluchten.